
Het hoofdgerecht
O: Het is wat het is.
N: Knap dat ge een poging doet om uw jeugd te relativeren, maar ik vind het toch heavy shit en erg voor u.
O: Dank u, ja… Dat is het ook, maar ge leert er mee leven.
N: Er moet toch iets meer zijn in’t leven dan uw bashende vader en wat hij u aandoet als collateral damage te zien.
O: True, maar gij zult daar toch ook op uw manier mee omgaan?
N: Ik heb dat lang geleden opgegeven. Moeten opgeven.
O: Amai, goddelijk is dees: die hoevekip is botermals.
Hij biedt haar opnieuw een hap aan.
N: Het druipt ook van de boter.
O: Kom, mondje open. Ik deel graag.
Ze eet het op.
O: Ziet ge, daarom ga ik niet graag alleen eten, da’s maar 50% beleving.
N: 50%, dat is erdoor, dus juist genoeg.
O: Ge zegt dat ge het opgegeven hebt? Wat juist? Dat ge uw moeder kunt helpen?
N: Dat heb ik geprobeerd. Jaren!
O: Dat doet iets met een kind.
N: Ja, parentificatie heet dat, allez, dat zegt mijn schrink.
O: Ja, dat zei de mijne ook. Dat ik zorgde voor mijn moeder.
N: Teveel zorgen. En te lang, dat is wat ons ‘gevormd’ heeft.
O: En nu?
N: Mijn moeder is gestorven.
O: Ow sorry, Nina. Daarom zei ge daarnet: ‘moeten’ opgeven.
N: Amai, gij luistert écht!
O: Natuurlijk. Wanneer is ze gestorven?
N: Twee jaar geleden. Maar voor ze stierf had ik het ook al opgegeven. Ik kon daar niets aan veranderen.
O: En uw vader?
N: Wie?
O: Ik snap het helemaal. ‘t Is soms echt niet eerlijk, het leven.
N: Hey, what did you expect?
O: Hey Uma Thurman, ik mag toch zeggen dat het soms echt kak is.
N: Toen zeker, maar nu draag ik daar ook nog de gevolgen van.
O: Ge kunt er niets aan doen, maar ge kunt er wel iets ‘mee’ doen.
N: Hier, de goeroe spreekt. Fiew, ineens zo’n zwaar gesprek, seg!
O: Terug naar de koetjes en kalfjes?
Nina steekt een hap van haar wagyu beef in haar mond.
N: Lekker kalfje, niet?
O: Ik denk dat het een koe is.
Nina biedt hem ook een stuk aan, maar hij weigert.
N: Gij weigert een gemasseerde koe?
O: De dees is dood.
N: Dus een levende gemasseerde?
O: Daar zeg ik geen nee tegen.
N: Hebben we het nog steeds over koeien?
Omer knipoogt.
N: Ieuw, da’s erover.
O: Vond het anders wel een goei mop, ge moogt ze gebruiken.
N: Nee dank u. Dan krijg ik én de veggie’s, én de femmie’s over mij heen.
O: Iedereen boos, gij gecancelled.
Hij dopt een stukje brood in de botersaus en legt het subtiel op de rand van haar bord.
N: Exactly! Ik kan echt geen grap meer maken zonder dat er één of andere groep of platformshit zich niet of slecht gerepresenteerd voelt. Het is humor! En dat schuurt altijd wat tegen de randjes van ‘t fatsoen aan. (hier kan Serine zelf nog wat van haar eigen ervaring in verwerken)
Onaandachtig, want in haar betoog, stak Nina het stukje brood in haar mond.
N: Wooo, zalig!!!
O: (naam kok) bakt dat zelf. Als ik brood bak, krijg ik dat nooit zo krokant.
N: Brood met boter en zout, woooo, echt zo zalig lekker. Ik kan daar op overleven.
Hij schuift het broodmandje naar haar toe. Ook zijn bord waar nog genoeg saus overblijft. Nina scheurt, dopt en eet.
N: Vroeger, als kind, stuurde mijn moeder mij dan naar de bakker, en tegen dat ik thuis kwam had ik al de helft van het brood op. Vers brood, bestaat er iets lekkerders? Nu stap ik gewoon geen bakker meer binnen, opgelost!
O: What a shame! Ik redeneer zo: het leven ontzegt ons al genoeg. Eten is alles. Daarin komt alles samen: genot, delen, praten met elkaar, liefde, zorg, schoonheid, toewijding…
N: Overgewicht, eenzaamheid, ziekte, kleur-smaakstoffen en bewaarmiddelen, suikerverslaving, …
O: Voor mensen die met het uiterlijk bezig zijn, wel ja.
N: Gast!
Nina neemt een derde foto
Foto verschijnt in de SneakPeek