top of page

Nina sluit de deur, ze draagt een gevulde boodschappentas. 

Falco stapt uit, sluit de deur, opent ze opnieuw en sluit ze terug.

 

F: Mijn automatische vergrendeling is stuk.

N: Sorry dat ik wat later ben. Veel restauratiewerk aan deze voorgevel. (ze wijst naar haar gezicht)

 

Intussen is Falco rond de wagen gelopen, wil hij haar begroeten en kust hij haar op de wang. Om dan nog 1 én nog 1 kus te geven, op dezelfde wang.

 

F: Zo! Op één been kan je niet staan.

N: Maar nu voelt deze wang (ze wijst de andere aan) zich wel verwaarloosd. 

 

Na een korte aarzeling gaat hij overstag en kust haar op de andere wang ook drie keer.

 

F: Zo, mooi in evenwicht.

N: En is dat belangrijk voor u?

F: Kussen? Goh, eigenlijk niet maar voor een mooie dame maak ik graag een uitzondering.

N: (lacht) Nee, ik bedoel ‘evenwicht’.

F: Voor wie niet?

N: Da’s waar. Maar als er nu één ding goed aan die F***ing Corona was, was dat ge niemand meer ‘moest’ kussen. Bweurk, echt. 

F: Dan begrijpen we elkaar. Wat is dat met die zak?

 

Nina kijkt naar haar volle boodschappentas en knipoogt.

 

N: Kom, ge moogt mij volgen.

F: Nina, wacht, en mijn auto dan?

N: Afsluiten en laten staan, vergeet niet te betaalparkeren, hebt ge den app? 

 

Ze ziet hem twijfelen, stopt in het midden van de straat, en wijst naar de hoek tov Brel.

 

N: Hij is hier veilig hoor, kijk, een politiekantoor.

 

Falco opent de passagiersdeur, hijst zijn rugzak op zijn rug, tast in zijn zakken en met zijn sleutel sluit hij zijn tweedeurs, ook de koffer sluit hij. En dan doet hij nog eens een rondje terwijl hij telt: 1-2-3 (de auto heeft drie af te sluiten deuren). 

Nina ziet dat niet en zet haar tas op de grond bij haar Berlingo.

 

N: Falco! Kom!

 

Hij trekt een spurtje. Nina bliept haar wagen open. 

 

N: Kijk Brains, mijn vergrendeling doet het wél. De rest van mijnen auto… dat is euhm, een sardienenblik op wielen, maarrrr wel ne kei handige bak en nooit stukken aan.

F: Wat is het plan? Ah. Gaan we met die van u?

N: We have a winner! 

 

Falco kijkt bedenkelijk en verbergt dit door door het achtervenster te turen. In de laadbak ligt een matras en kussentjes, er hangen kerst-lichtsnoeren en gordijnen.

 

F: Is dit for real?

N: Ja, (ze streelt over haar wagen) Falco, mag ik je voorstellen aan Karolien, mijn beste vriendin, altijd klaar voor een ritje, ze snort heerlijk en zit vol met schone herinneringen. En kijk:

 

Ze opent de passagiersdeur en trekt een plankje uit de deur wat ze als tafeltje-tussen-de-voorstoelen kan bevestigen.

 

N: Dinner for two on wheels!

 

Falco staart haar aan. 

 

N: Komaan ‘Dude’, let’s have some fun. Ik rijd naar ergens waar we wat privacy hebben.

F: Nee!

N: Nee?

F: Allez, wat ik bedoel, ik kan  niet goed meerijden, ik word daar ziek van. Mag ik rijden?

N: Met die van mij? Tuurlijk! Het is nen diesel, dus efkes wachten.

 

Ze gooit hem de sleutels.

 

F: Voor je start, ja, seg, zie ik er zo dom uit?

N: Ja. 

 

Hij knijpt zijn ogen tot spleetjes, ziet dat het een grap is, lacht en stapt in. Eens hij zit, tikt hij het stuur zachtjes (en onopgemerkt) drie keer aan, en de versnellingspook ook. 

 

F: Heb ik mijn wagen nu wel op slot gedaan?

N: Ja, ik denk het wel.

F: Denken of weten?

N: Ik zag u toch aanstalten maken.

F: Ik check nog efkes, check, weet ge, check, anders ben ik niet gerust.

N: Ok. Ik zet mijne gps al.

 

Falco spurt de wagen uit en checkt idd alle deuren opnieuw en rent terug naar Nina.

 

F: Done. Naar waar?

N: Richting Berchem Station.

 

Ze vertrekken.

 

N: Dus uw werk, gij zijt tolk.

F: Ja, dat is mijn werk.

N: Is dat uw werk? (ze giechelt). En gij tolkt welke talen? 

F: Wij werken altijd met de moedertaal en dan nog 3 andere. 

N: Gij spreekt…

F: Nederlands, Italiaans, Engels, Frans en Duits.

N: Wooooo. Dat is bijna zo goed als ik. Ik spreek Nederlands, Frans, Engels, Arabisch en een beetje Turks. 

F: Gij moet bij ons komen werken.

Ze schatert.

N: Yeah right, op een dag vind je de job van je leven.

(korte stilte, ze observeert lieftallig hem terwijl hij rijdt)

N: Dus als ik iets zeg, kunt gij dat direct vertalen?

F: Simultaan, ja.

N: Cool. In het Italiaans?

F: Si, bella.

N: Ok; ik ga u testen. Wacht (ze verzint iets in haar hoofd)

 

(Aan de verkeerslichten, ‘vergeet’ hij door te rijden wanneer het licht groen geeft om naar af te slaan)

 

N: Wacht ge tot er een mooiere kleur verschijnt?

F: Euh? Wat?

N: Het is groen.

F: Ik dacht dat het tesamen…

N: Nee, dat is hier veranderd.

 

Hij rijdt dan toch maar door.

 

N: Dus, klaar?

F: Ja.

N:  … Mijn schoonmoeder weet puree te maken van de testikels van kangaroos die ze eerst plet met een stoomstrijkijzer om met de hete stoom het uitsijpelende sperma te distilleren, wat ze gebruikt als espuma voor de gegrilde inktvis zonder fosfaten die mijn adoptiebroer ving met gescheurde zwemvliezen en een stoflong.

 

F vertaalt vlotjes. Ze giert het uit.

 

F: Hoe verzin jij dat!!!

N: King, my King! Ik buig diep. 

 

Wat verder aan een ander kruispunt, staan ze opnieuw voor het licht waar ze links moeten naar de parking. 

 

N: Het is groen.

F: é verde.

N: Nee, serieus. (Ze wijst naar het licht)

F: Fuck. Ja, ik wacht wel tot het volgende. Was dat nu samen groen?

N: Eh? Geen idee.

 

Hij rijdt dan toch maar door.

 

N: Oh zie, we zijn er.

F: Hier?

 

Ze rijden de parkeergarage binnen. Lichte paniek bij Falco, wat Nina niet ziet want ze is selfies aan het maken. Hij stapt uit, perst zich tussen deur en ticketmachine, duwt drie keer op de knop, de machine spuwt drie ticketjes uit, de bareel gaat open en dicht. Het laatste kaartje neemt hij mee de wagen in, legt het mooi op het dashboard. Nina grabbelt het kaartje en steekt het in haar jas. Hij ziet het, tikt drie keer op het stuur en de pook en ‘tamtamtietam’t erbij om het te maskeren.

 

N: Waarom stapte gij nu uit?

F: Het venster, ik euh.. ik kreeg ik niet…

N: Gast, dees is mijnen auto, dat werkt he.

 

Ze opent de ramen met de centrale bediening. 

 

N: Open, terug dicht, kijk, het werkt!

 

Falco kan niet anders dan het ook proberen, hij doet ze nog twee keer open en dicht. Achter hen claxonneert er een auto. 

 

N: (uit het open venster) Ja FOEMP, zal’t gaan!!! (venster wat weer dicht glijdt) 

AUCH, sebiet zit ik ertussen!

F: Ow sorry Nina, sorry sorry, gaat het?

N: Was een grapje hé, kom, rij door, wa ne loser! Naar de voorlaatste verdieping.

 

Ze komen aan op een volledig lege verdieping, Nina loodst hem naar haar plekje.

 

N: We zijn er! Nice, niet?

 

Falco kijkt op zijn pols (een smartwatch), het beeld springt aan door de beweging, er staan letters op maar Nina kan ze niet lezen. Falco leest, ademt, en prevelt wat er staat (“adem in, adem uit”). Nina opent de boodschappentas en laadt alles op het “tafeltje”.

 

N: Wat is uw ding met verkeerslichten? Mag ik dat vragen?

F: Je hebt dat gezien? Ja, sorry, ik heb daar iets mee, die moeten alle twee op groen staan. Tesamen.

N: Maar dat gebeurt toch zelden?

F: Nee nee, dat gebeurt wél.

N: Glaasje?

F: Nu? 

N: Waarom niet?

F: Ik moet straks rijden.

N: Glaasje op, bedje in (ze wijst naar de koffer), en tegen dan is dat uit uw systeem.

F: (Hij kijkt achterom, de laadbak in) Echt? Cool! Cool, (super)cool.

 

Falco kijkt zo onopvallend mogelijk opnieuw naar zijn uurwerk, er verschijnen letters. Ze ziet het maar zegt niets. Ze opent een fles witte wijn en schenkt twee bekers uit. 

 

N: Op deze bijzondere ontmoeting en avond!

Falco lipt mee met wat ze zegt.

 

Nina laadt doosjes met hapjes uit (olijven, stukjes worst, kaas, haring in dille, sardientjes, gevulde pepers, … broodstokjes), en telkens zegt Falco het hardop.

 

N: Ik heb olijven. 

F: Olijven.

N: De zwarte, (F: zwarte) die vind ik het lekkerste. 

N: De groene (F: groene) zijn ook ok, maar dan graag met een ansjovisje in (F: ansjovisje) of een stukje geitenkaas (F: geitenkaas). Is ‘t niet waar?

F: ‘T is niet waar.

N: (negeert hem) Hou je van truffelsalami? (F: truffelsalami)

N: Ga jij nu alles nazeggen?

F: Nazeggen?

N: Ja, nazeggen.

F: (haalt zijn schouders op) Het is beroepsmisvorming.

N: Owkee. I am not judging. Nog wat? (Ze heft de fles wijn en giet zijn beker vol)

F: (zoekt een uitweg) Gaan we? (hij wijst naar het bed.)

N: Nu? Yes!!

 

Nina stapt uit en doet de koffer open, maar voor Falco volgt, tikt hij de zetel rechts en de zetel links aan. En herhaalt dit nog twee keer. Idem met zijn deur, die gaat drie keer dicht. Falco komt mee in de koffer en Nina sluit die. Dan komt ze vlak voor zijn gezicht en fluistert ze:

 

N: Vindt ge het spannend? 

F: Ja.

N: Blij dat ge mij het zegt. Ik vind het ook spannend. Ge moogt ademen.

F: Hoe weet jij dat?

 

Hij toont haar het scherm van zijn smartwatch. ‘Adem in, adem uit.’

 

N: Niet, het was gewoon dat ik zag dat ge het moeilijk had. ‘t Is ok, hoor.

F: Wacht..

 

Hij pakt zijn rugzak en haalt er twee Moonbirds uit.

 

F: Ge zei het, hé. Dat ge mij niet judget. Zweer het!

N: Ik zweer het. 

 

Ze bijt op haar twee vingers en toont hem de tandafdrukken als bewijs

 

N: Wat zijn die dingen? 

F: Dat is om te ontstressen. Het leert mij mijn ademhaling te regelen, helpt mij ook om te slapen.

 

Hij zet ze beiden aan en geeft er haar één in haar hand. De andere houdt hij vast. Hij demonstreert hoe het werkt. Als ze uitzetten: inademen, als ze inkrimpen: uitademen.

 

F: Gewoon volgen, dat werkt mega goed.

 

Nina houdt de hare vast. Het ding trilt. Ze giechelt.

 

F: Hier helpt dat ook! 

 

(Hij legt de Moonbird tussen haar benen, Nina voelt de beweging en is dadelijk “mee”.)

bottom of page