Omer komt binnen in Delivery-outfit. Hij gaat aan de bar zitten. Hij wenkt Emiel.
E: HEY! OMER!
O: Ah hier sé, den Emiel.
E: Hoewist jongen?
O: Ca va?
E: Hoe is’t met uw ma?
O: Moeke vecht voor haar leven.
E: Ow shit gast, da’s erg.
O: Ik ben er kapot van.
E: Wat heeft ze, als ik vragen mag?
O: Haar hart. Die fokkers in de kliniek zeggen dat ze morbide obesitas heeft.
E: Allez, jong, da’s heavy.
O: Grapjas.
E: Nee! Nee, sorry! Seg, ik meende dat in een andere betekenis.
O: Ik was u aan’t plagen en weet ge wat? Ik vind mijn moeder niet obees. Da’s een pracht van een vrouw!
E: Sorry é man, pintje on the house?
O: (knikt) Maar ik denk dat ze niet meer verder wil.
E: Heavy, ow sorry. Nu zeg ik het weer. Ge snapt wat ik bedoel.
E: Komt gij een bestelling ophalen?
Emiel checkt de bestellingen.
O: Nee, nee, ik wacht hier op een meiske.
E: Holy shit!!!
O: Wat?
E: Gíj zijt degene die met Nina afgesproken heeft?
O: Kent gij Nina?
E: Omer, damn, wij kennen elkaar, dit is lastig. Ik ga het gewoon zeggen: Ze gaat niet komen.
O: Jawel, die komt wél.
E: Omer, ze heeft mij gevraagd om met u te praten.
O: Echt ofwa?!?
E: Sorry gast, gij zijt nen topkerel, maar het stopt hier.
O: Dat gaat gij niet bepalen!
E: Da’s waar. Dat doet Nina.
O: Ik geloof u niet.
E: Dat meiske vecht al heel haar leven tegen anorexia en gij zit er maar eten in te proppen.
O: WAT?
E: Dat het allemaal geweldig, ongelooflijk fantastisch is wat gij geeft en doet, maar ze kan het niet aan.
O: Waarom zegt ze dat niet?
E: Omdat -
O: (onderbreekt) TEGEN MIJ!!!! Wat zit ze daar nu met u over te lullen? Djeezes.
E: Omdat dat niet simpel is om a) te zeggen dat ge aan die ziekte lijdt, en b) om dat op de eerste date te zeggen, en c) tegen iemand die overduidelijk ne gepassioneerde foodie is.
O: Yeah right.
E: Och hier, van alle mensen moet gij toch weten dat iedereen ne rugzak draagt waar ge niets vanaf weet.
O: Ze kan er toch aan werken?
E: ja, maar dat zal niet voor direct zijn.
O: Ze heeft het wat lastig met haar moeder. Puberaal kind!
E: You know nothing, hou u wat in.
O: Stank voor dank krijg ik.
E: Ze is u dankbaar, het is gewoon niet haalbaar. Ik zeg u, ge weet niet alles.
O: Ik weet genoeg.
E: Ge moet niet kwaad zijn op haar.
O: Ik sloof mij zo uit en -
E: Daar moeten we het ook nog over hebben.
O: Da’s ook niet goed, ofwat?
E: Jawel, TE goed.
O: Ik ben niet mee.
E: Ze is naar de dokter moeten gaan omdat ze last had, daar. (Hij wijst naar zijn kruis)
O: Hey, ik ben clean. En ik kan haar niets gegeven hebben, we hadden geen seks.
E: Ze zeggen: eat the pussy, maar ge moogt dat niet letterlijk nemen, hé!
O: Allez, gast.
E: Bon, om de eerste reden en dan de fysieke euhm … overdaad was ik degene die “run for your life!” tegen haar zei.
O: Nog schoner, dat! Wat is dit? Dit heb ik nog nooit meegemaakt. En wat is uw ding dan, zo met haar?
E: Hey Omer, ik ken Nina al van mijn 12 jaar. Ze was mijn buurmeisje, een stuk ouder dan ik, maar het klikte direct. Ik ben bezorgd om haar.
O: In uw plaats zou ik ook bezorgd zijn, ja! En vanaf nu ook om uzelf.
E: WTF, gast?
Omer staat recht en loopt naar buiten.
E: (roept hem na) Allez, Omer, komaan, blijft zitten, drink er nog ene, we leggen het bij, wij werken toch veel te dikwijls samen!
O: Gij moet oppassen gast. Echt waar!
Omer is weg.
Emiel FaceTimed Nina.
N: En hoe ging het?
E: Niet goed.
N: Shit!!!
E: die is hier het kwaad afgetrapt!
N: Nee!!! Oh kak.
E: Ja, zegt dat wel. En ik ken die super goed, die komt hier keivaak bestellingen afhalen.
N: Oh nee, Fok!!! Oh Brellie, ik had dit anders moeten aanpakken, ik heb hem gekwetst en hij is al zo gekwetst.
E: Nientje, luister naar mij: da’s ne feeder, die gast. Die kickt op vrouwen moddervet te voederen, dat is die zijne fetisch. Zo ne gast, samen met u, dat is suïcide.
N: …
Nina huilt.
N: Allez, wat zegt ge nu? Ik denk al genoeg dat ik genetisch belast ben en moet oppassen om niet te diep te zakken.
E: Nee, dat is echt niet waar. Ik wil niet dat ge denkt dat ge op uw moeder lijkt. En ik kan het weten. Ik ken u al lang, en uw moeder kende ik ook.
N: Merci Brellie.
E: Gaat het? Anders sebiet wat Netflix samen?
N: Ca va.
E: Jot, ik zie het. Ik ben er na mijn shift.
N: Is goed. Geen eten meebrengen hé!