
EXT. KERKHOF - DAG
Robert wandelt met een lege verkreukelde waterfles richting het kraantje op het kerkhof. Hij hurkt en laat de fles vollopen.
Hannah komt van uit de andere richting naar hetzelfde kraantje gewandeld. Ze ziet wanneer hij rechtstaat, dat het Robert is. Ze aarzelt, ademt in en stapt dan toch naar hem toe.
Hij draait zich en ziet haar staan.
Stilte.
ROBERT
Er zijn geen flessen meer. Als ge wilt moogt ge de mijne gebruiken.
Hannah schudt haar hoofd.
HANNAH
Nee, ik vind wel iets.
Ze loopt achter hem door, naar een emmer met gereedschap dat naast het kraantje staat. Ze zoekt de juiste tools terwijl Robert een paar meter achter haar op zijn woorden staat te kauwen.
Dan:
ROBERT
Ik moet mij excuseren, geloof ik.
Hannah komt recht en kijkt hem aan.
HANNAH
Weet ge waarvoor?
Robert knikt.
ROBERT
Ik denk het wel, ja.
Hij durft haar amper aan te kijken.
ROBERT
Ik had u echt graag en op dat moment waren wij... Allez of was ik...
(beat)
Ik heb daar de verkeerde keuze gemaakt. En ik heb u heel hard doen verschieten. En dat spijt mij.
Hannah knikt.
HANNAH
Ik vind het sowieso al moeilijk om mensen te vertrouwen, weet ge? Dit heeft niet geholpen.
Robert incasseert.
ROBERT
Ik ga hier ook nooit niét aan denken als ik ooit terug met iemand...
(beat)
Sorry.
Hannah kijkt hem niet aan.
HANNAH
Komt gij hier vaak?
Robert knikt.
ROBERT
Ja. Maar eigenlijk meestal op woensdagnamiddag. Ik zal doorgaan.
HANNAH
Oké.
(beat)
Het spijt mij ook.
Ze kijken elkaar even aan.
HANNAH
Dag Robert.
Ze stapt langs hem door, het kerkhof weer op.
ROBERT
Dag Hannah.